Home

Samenvatting

Leeswijzer

Algemeen
Voor u ligt de 1e Begrotingswijzing 2020 met beleidsrijke voorstellen. De voorstellen geven een nadere uitwerking van de ambities uit het Coalitieakkoord 2019-2023 “Elke dag beter, Zuid-Holland”. Ook de opzet en de inrichting van de begroting is afgestemd op het coalitieakkoord. De begroting geeft inzicht in de Zuid-Hollandse opgaven die de provincie aanpakt, hoe zij dat gaat doen en hoeveel financiële middelen daarbij in de periode 2020-2023 ingezet gaan worden. Deze opdeling is wettelijk bepaald in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

De herziene Begroting 2020 is opgebouwd uit zes onderdelen:
1. Bestuurlijke inleiding
2. Financieel beeld
3. Beleidsbegroting: Ambitieplan
4. Beleidsbegroting: Paragrafen
5. Financiële begroting
6. Bijlagen

1) In de bestuurlijke inleiding worden de belangrijkste doelstellingen voor de komende periode weergegeven. Daarnaast wordt op hoofdlijnen ingegaan op een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de provincie en wijzigingen in de begroting.

2) In het financieel beeld geeft de provincie inzicht in mutaties op het begrotingssaldo in het meerjarenbeeld 2020-2023 en het effect hiervan op de algemene reserve. Bovendien wordt aan een aantal bijzondere onderwerpen aandacht gegeven, namelijk de vast te stellen investeringskredieten, een lange termijn doorkijk en inzicht in hoe de begroting financieel is opgebouwd.

3/4) De beleidsbegroting, bestaat uit het ambitieplan en de paragrafen.
Een ambitieplan is een samenhangend geheel van activiteiten en bevat per ambitie;

  • De doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten, tenminste toegelicht aan de hand van de bij ministeriële regeling vast te stellen beleidsindicatoren.
  • De wijze waarop ernaar gestreefd zal worden die effecten te bereiken, en de betrokkenheid hierbij van verbonden partijen.
  • De raming van baten en lasten.

 
Paragrafen
In de begroting worden in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen.

Nieuwe opzet van de begroting
De herziene begroting is qua indeling meer in lijn gebracht met het coalitieakkoord en daarom wordt er nu gesproken over de 7 ambities:
1. Samen werken aan Zuid-Holland
2. Bereikbaar Zuid-Holland
3. Schone energie voor iedereen
4. Concurrerend Zuid-Holland
5. Versterken natuur in Zuid-Holland
6. Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland
7. Gezond en veilig Zuid-Holland.

Hoofdstuk 8 - Financiën en Organisatie - van het Coalitieakkoord 2019-2023 is opgenomen binnen organisatie (overhead) en de paragraaf Bedrijfsvoering.

Opbouw van een Ambitie

  • De begroting kent dezelfde 3 lagenopbouw, alleen zijn de namen iets aangepast

  • De Ambitie wordt verder uitgewerkt in
    • beleidsdoelen - Wat willen we bereiken?
    • beleidsprestaties - Wat gaan we daarvoor doen?
  • Provinciale Staten stelt de uitwerking van de ambities en beleidsdoelen vast, Gedeputeerde Staten stelt de uitwerking van de beleidsprestaties vast.
  • Aantal afzonderlijke financiële overzichten bij de ambities samengevoegd tot 1 overzicht per ambitie.
  • Wettelijke Indicatoren worden in de beleidsbegroting in 1 overzicht gepresenteerd.

In de inleiding van elke ambitie staat wat de centrale maatschappelijke opgaven voor de leefomgeving van Zuid-Holland is. De in de ambitie opgenomen beleidsdoelen zijn uitgewerkt naar wat de provincie wil bereiken en met welke partijen wordt samengewerkt. De beleidsdoelen zijn verder uitgewerkt in beleidsprestaties, hier geeft Gedeputeerde Staten informatie aan Provinciale Staten wat er gedaan gaat worden om de beleidsdoelen te realiseren. De inhoud van het Coalitieakkoord 2019-2023 “Elke dag beter, Zuid-Holland” is daarbij leidend.

De begroting is nauw verbonden met het omgevingsbeleid. Er wordt toegegroeid naar een situatie waarin de ambities en de beleidsprestaties van zowel de begroting en het omgevingsbeleid identiek zijn aan elkaar. Daarnaast bevat de omgevingsmonitor indicatoren waarmee het beleid uit de begroting en het omgevingsbeleid gevolgd kan worden. Ook zijn in de begroting de wettelijk verplichte indicatoren op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording opgenomen. Deze indicatoren zijn voor alle provincies gelijk, waardoor onderlinge vergelijking mogelijk wordt.

De ombouw van de begroting heeft in 2 fases plaatsgevonden. Als eerste zijn de bestaande middelen zoals die zijn vastgesteld in de originele begroting omgehangen naar de nieuwe doelen. Hiermee sluiten begroting en originele begroting op elkaar aan. In de tweede stap hebben de bijstellingen plaats gevonden, dit kunnen mutaties zijn in het kader van de intensiveringen maar ook mutaties in relatie tot bestemmingsreserves of mutaties tussen doelen etc.

Opbouw van de 1 e begrotingswijziging
Omdat het een begrotingswijziging betreft en niet de originele begroting zoals die in november altijd door Provinciale Staten wordt vastgesteld zijn alleen relevante onderdelen opgenomen in de 1e begrotingswijziging.

Reserves
In de aangepaste opzet van de begroting is ervoor gekozen om de reserves te presenteren als;
1. Algemene reserve
2. Bestemmingsreserves

1) Algemene reserve zijn middelen die voor integrale afweging beschikbaar zijn en nog onderdeel zijn van het begrotingssaldo.
2) Bestemmingsreserves zijn reserves die al uit het begrotingssaldo en de algemene reserve gehaald zijn voor een specifiek doel. De relatie naar de beleidsdoelen is nog steeds inzichtelijk.

Producten binnen de planning & control cyclus
De planning & control cyclus bestaat naast de begroting, kadernota, de voorjaars- en najaarsnota en de jaarrekening uit een 3-tal programma’s die eenmaal per jaar als bijlage bij de begroting aan Provinciale Staten worden aangeboden te weten;

  • Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI)
  • Programma Zuid-Hollandse Economie (PZE)
  • Programma Zuid-Holland Groen (PZG).

De begroting is altijd leidend, hier worden de beleidsdoelen en inzet van middelen in geaccordeerd door Provinciale Staten. Deze wordt tweemaal per jaar bijgesteld door middel van de voorjaars- en najaarsnota. Bij de jaarrekening volgt de beleidsmatige en financiële verantwoording.
De 3 programma's geven hierop een nadere detailuitwerking van beleid naar projecten en de bijbehorende middelen. Daarnaast worden ze ook ingezet voor communicatie naar buiten toe.

In de kadernota wordt een meerjarig financieel beeld gegeven van de financiële positie van de provincie rekening houdend met (externe) ontwikkelingen en strategische afwegingen.
Tegelijk met de kadernota wordt jaarlijks in het voorjaar een Kaderbesluit Infrastructuur opgesteld. Het Kaderbesluit bevat strategische keuzes rond aanpassing en verdeling van financiële ruimte binnen de ambitie Bereikbaar Zuid-Holland en het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) voor zowel instandhouding van infrastructuur als de aanleg van nieuwe infrastructuur. De effecten hiervan, bijvoorbeeld het verschuiven van kapitaallasten worden opgenomen in de kadernota.

In onderstaand voorbeeld staan welke producten wanneer worden gemaakt voor Begroting 2021.

P&C cyclus

Juli 2020

November 2020

Juli 2021

Oktober 2021

Juni 2022

Begroting 2021

Kadernota

Begroting

Voorjaarsnota

Najaarsnota

Jaarrekening

PZI

Kaderbesluit PZI

PZI begroting

Voortgangsrapportage Infrastructuurprojecten

PZE

PZE begroting

PZE jaarrekening

PZG

PZG begroting

PZG Voortgangsrapportage

Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland
Het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) is een uitwerking binnen de ambitie Bereikbaar Zuid-Holland voor aanleg, verbetering en onderhoud infrastructuur. De ambitie beslaat daarnaast de budgetten voor de openbaar vervoer concessies, het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid, de Subsidieregeling Mobiliteit en het Verenfonds. Daarnaast is er budget voor (beleids)onderzoek. In het Programma Mobiliteit wordt voor Bereikbaar Zuid-Holland nog nader uitgewerkt welke activiteiten zullen worden uitgevoerd in de komende jaren.

Deze pagina is gebouwd op 06/10/2020 10:57:36 met de export van 04/24/2020 15:32:14